Lijsbet Jacobs Vos
Lijsbet Jacobs Vos,
geb. in 1664 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1722-25,
zie: Kroniek L.R. Lustig; 176-1527; blz. 158: zoon Lambert,
verdronken op 25 -02-1719. blz. 165: moeder was kreupel,
ovl. op 15-01-1725 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 22-01-1725 te Huijsen; DTB-12-Begraven-Impost: Pro Deo,
, -
HARMEN LAMBERTSZ COS WEDUWE = LIJSBERT JACOBSZ VOS
Huizen Koptienden (1722-25 1745-25 ):
1722-25: v. haar overleden man: 6 cop 1/4
1725-25: op Lambert Willemsz Kaaijer 5 cop
bij transport Situatie: 1 cop 1/4
1727-25/1728-25: SLUIJ 1726
1741-25: SLUIJ 1740
1745-25: SLUIJ 1744, 1745
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio-164/165: mijn Heer
schout gij hebt sijn vader ook wel gekent Harmen ambertsz ofte anders in de wandelingh genaamt Harmen Blauw, hij was post van Huijsen op Naarden . Ja segt de schout die hebbe Ik noch wel gekent, maar dese Jongelingh (= Lambert Harmensz Kos)
was hij ook goet voor sijn moeder en voor 't gantsche Huijs, Ja, seijt aart Vos, hij was niet alleen gehouw en seer getrouw voor sijn moeder, maar hij was voornaamde brootwinder in 't Huijs, want de moeder die seer krupel is moest voornaam van
sijn winst bestaan.- Vader:
Jacob Elbertsz Vos, zn. van Elbert Freecksz Vos,
geb. in 1637 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1662-64,
Gereformeerde Gemeente,
Gereformeerd- Lidmaat 1675,
ovl. op 07-05-1686 te Huijsen; Ondereijnde van Huijsen,
begr. te Huijsen; Koptienden Laatste: 1693-37,
, -
JACOB ELBERTSEN VOS
Huizen Koptienden (1662-64 1693-37):
1662-64: v: VADER Elbert Vrecksen Vos 1 Spt 0 cop 1/4
- v. Jan Rijck Gerritsz 2 cop
- Situatie: 1 Spt 2 cop 1/4
1675-51: v. Lambert Lambertsz Tos/Toets 4 cop
- Situatie: 1 Spt 6 cop 1/4
1682-41: v. Lambert Lubbertsz 2 cop 1/4
t/m 1689-41: Situatie: 2 Spt 0 cop 1/2
1691-37: Situatie: 2 Spt 1 cop 1/2
- op Aert Jacobsz Vos 3 cop 5/8
- op Harmen Lambertsz Cos 4 cop 5/8
- op Freeck Jacobsz 3 cop 3/4
t/m 1693-37: Situatie: 0 Spt 5 cop 1/2
- Afgezet op onbekende(n) 5 cop 1/2
-
ORA-184-3187A161; 08-11-1658; Jacob Elbertsz voor hem self mitsgaders sich sterck maeckende voor Lambert Timensz Swart als getrout hebbende Melisien Alberts, Alle Erfgenamen van Elbert Freecksz haeren vader en Gerrit Elbertsz haer overleden
broeder, en verclaerde hij comparant in gevolge van coop voor f 437 te transporteren aen Cornelis Cornelisz 3/4 part van seecker huijs en erve bij de voorn. Elbert Freecksz nagelaten en waervan het resterende 1/4 part de voorn Cornelis
Cornelisz als getrout hebbende Lambertien Elberts mede dochter en Erfgename van Elbert Freecksz voorn. selfs was toebehorende, het huijs staende naest het huijs van Gerrit Jansz ten suijden @ Steffen Jacobsz ten Noorden
-
OAH-II-E-180, 181; Verponding 1674 en 1679: 2 10 1
-
ORA-184-3172; 27-04-1679: Tot voogden over het weeskint van Mr./Wed. ? Jacob Ebbertsz Vos werden gestelt Rutger Willemsz en Ebbert Jacobsz Vos
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep-09-05-1680; Capit.: 1/4; Koehouder; Zout: vat 1/8; m: 1, v: 1, kb: 5; Personen: 7
-
ONA- 3710A006; 10-01-1682: Jacob Elbertsen Vos, Lubbert Jacobsen en Hendrick Ebben schepenen van huijsen verklaarden op verzoek van de huijser-veerschippers dat sij op geen enkele wijze de Naarder Banning en jurisdictie overschrijden en zich
met hun wagens en schepen alleen tot het toegestane gebied nabij huijsen beperken
-
ORA-184-3173; 03-11-1682: Jacob Elbertsz Vos CONTRA Hendrick Lubbertsz als erfgenaam van sijn vader Lubbert Hendricksz, hij concludeert tot betalinge van de somme van f 315 volgens schepenkennisse van d.d. 22-05-1662 enz.
-
Huizn-DTB-18; Lidmaten-1684 (blz. 63): Aan 't Ondereijnde van Huijsen: Jacob Elbertsen Vos; J:E: Vos, gestorven den 07-05-1686
-
ORA-184-3175; 29-10-1694: Tot voogden over de kinderen van Jacob Elbertsz Vos verwekt bij Hendrickje Koeboer werden gestelt Hendrick Jacobsz Vos en Willem Dircksz,
tr. (2)
met Hendrickje Gijsberts Koeboer,
relatie (1).
- Moeder:
Machteldje Aarts ,
geb. in 1637,
Gereformeerde Gemeente,
Lidmaat 1675,
ovl. op 09-12-1680 te Huijsen;DTB-18- lidmaten-1675; Ondereijnde van Hu.
tr. op 06-07-1687 te Huijsen
met
Harmen Blauw Harmen Lambertsz Cos, zn. van Lambert Harmensz Cos en Hendrickien Willems ,
geb. in 1664 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1686-70,
doopsgezind,
Post van Huijsen op Naarden,
ovl. op 03-05-1707 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1722-25,
begr. op 03-05-1707 te Huijsen;DTB-12-Begraven-Impost: Pro Deo,
, -
HARMEN LAMBERTSEN COOS / KOS / COS
Huizen Koptienden (1689-70 1722-25):
1689-70: v. Dirck Lambertsz 1 cop1/2
1691-59: v. Jacob Elbertsz Vos 4 cop 5/8
- Situatie: 6 cop 1/8
1722-25: NU: zijn weduwe ipv 6 cop 1/8
-
ORA-184-3189A389; 24-01-1675: Jacob Meijerden en Geu Meijerden kinderen en erfgenamen van Meijert Jansz voor haar zelf en als voogden van haar zuster Aeltgen Meijerts @ van de nagelaten weeskinderen van haer overleden broeder Jan Meijerden te
kennen gevende dat haer vader zaliger Meijert Jansz ten behoeve van Hendrickien Willems weduwe van Lambert Harmensz zich als borg voor een obligatie d.d. 23-12-1664 ad. f 600 verbonden had voor haar overleden broeder Jan Meijertsz ;
- sijn comparanten als erfgenamen van haar vader zaliger bij de kinderen en erfgenamen van de voorn. Hendrickie Willems, met name Harmen Lambertsz en Theunis Lambertsz
-
ORA-184-3192A353; 19-03-1686: Tijmen Jansz Cos schepen tot Huijsen. Jan Pietersz Boor als voogd van Geertien Jans weduwe van Jan Gerritsz Backer zich sterk makende voor Gerrit Jansz Backer mitsgaders Stijntie Jans (Backer) alle erfgenamen van
Jan Gerritsz Backer, verkocht aan Meuwis Dircksz een huis gelegen in het dorp naast Philips Gerritsz ten noorden en Hermen Lambertsz Cos ten zuijden voor f 360,-
-
Huizen0DTB-1A-Dopen: 15-08-1688: Machteltien; vader: Harmen Lambertsz Vos (MENNIST), moeder: Lijsbet Jacobsen Vos
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio-28; 25-12-1713: ende op den 25 decemb: 1713 doen wert van Lijsje Jacobs weduw: van Harmen Lambertsz haar beste koe sieck, na dat sij daags te voeren niet alleen haar groep uijtgemist hadde, maar oock na dien
sij de geheele winter haar stal en groep seer vuijl gehouden hadde en op den 31 ditoe doen sterft des koe
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527; Folio-164/165: mijn Heer
schout gij hebt sijn vader ook wel gekent Harmen Lambertsz ofte anders in de wandelingh genaamt Harmen Blauw, hij was post van Huijsen op Naarden Ja segt de schout die hebbe Ik noch wel gekent, maar dese Jongelingh (= Lambert Harmensz Kos
verdronken op 25 -02-1719) was hij ook goet voor sijn moeder en voor 't gantsche Huijs, Ja, seijt aart Vos, hij was niet alleen gehouw en seer getrouw voor sijn moeder, maar hij was voornaamde brootwinder in 't Huijs, want de moeder die seer
krupel is moest voornaam van sijn winst bestaan.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Magcheltien | *1688 | Huijsen | †1725 | Huijsen; DTB-20 | 36 | 1 | 7 |
2 | Jacob | *1699 | | †1733 | Huijsen; Zie doop Jacob 04-10-1733 | 34 | 1 | 6 |
3 | Grietje | *1701 | Huijsen; Ex-Mennist | †1735 | Huijsen; DTB-20; kraemvrouw | 34 | 1 | 9 |
4 | Lambert | *1697 | verdronken 25-02-1719: 22 jr. | †1719 | in de Zuiderzee verdronken bij de doornZeet | 22 | 0 | 0 |
>